Het illegaal afschieten van dieren komt steeds vaker voor in Nederland. Negen op de tien natuurtoezichthouders zegt in de afgelopen twee jaar wildstroperij te hebben geconstateerd, bijna de helft zelfs meerdere keren. Dat blijkt uit een enquête van Het Misdaadbureau onder tientallen leden van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht. Groene boa’s geven aan dat vooral reeën en hazen slachtoffer zijn van stropers.
Zestig procent van de toezichthouders heeft de indruk dat stroperij in de afgelopen jaren is toegenomen. Meer dan de helft denkt dat dat komt doordat de pakkans te laag is. Volgens maar liefst negentig procent is er onvoldoende capaciteit om te handhaven op wildstroperij.
Cijfers van Staatsbosbeheer, opgevraagd door Het Misdaadbureau, bevestigen dat stropers er vaak als een haas vandoor gaan. In alleen al de gebieden van Staatsbosbeheer is in 2022 bijna honderd keer stroperij geconstateerd, slechts één keer werd proces-verbaal opgemaakt en vier keer een waarschuwing gegeven.
Zorgen over veiligheid
In de buitengebieden zijn steeds meer problemen door stropers en drugscriminelen die afvalstoffen dumpen. Daardoor maakt zestig procent van de boa’s zich zorgen over de eigen veiligheid in het gebied. Bijna veertig procent denkt dat beschikking over een vuurwapen zou helpen het veiligheidsgevoel te vergroten.